Lerarenopleidingen Science en Wiskunde/Rekenen

Mascil: Onderzoekend leren in beroepscontexten

Mathematics and Science in Life

project 2013-2016

Final report Mascil (2016).

Leerlingen krijgen op school weinig te zien van het beroepenveld waar de kennis en vaardigheden die ze op school leren van pas komen. Ook gebruiken docenten weinig activerende werkvormen in hun lessen, terwijl uit onderzoeken blijkt dat die aanpak de motivatie voor het leren en de interesse in de bètavakken kan verhogen. Binnen het Europese project Mascil wordt geprobeerd aan beide tekorten wat te doen.

Wat is er belangrijk voor een opleider?

Om de motivatie voor het leren en de interesse in de bètavakken te vergroten, is het belangrijk om binnen de lerarenopleiding aandacht te besteden aan:

  • activerende werkvormen
  • onderzoekend leren
  • manieren om beroepscontexten in het onderwijs te benutten

Opleiders vinden het vaak lastig om lio’s met dit soort werkvormen te laten experimenteren. Binnen het Mascil-project zijn activiteiten ontwikkeld die binnen de opleiding gebruikt kunnen worden, en ook geschikt zijn voor nascholing van docenten. Op de Mascil-website staan deze activiteiten en handreikingen voor het gebruik in de lerarenopleiding.

Wat kan een docent er aan hebben?

Docenten hebben weinig tijd om zelf werkvormen voor onderzoekend leren te bedenken. Binnen het PRIMAS-project zijn daarvoor al werkvormen en activiteiten ontwikkeld, bijvoorbeeld de werkvorm denken-delen-uitwisselen of een activiteit rond kaartjes met stellingen die soms, nooit of altijd waar zijn. Het Mascil-project verbindt de onderzoekend leren aanpak met de beroepscontext. Docenten vinden op de Mascil-website:

  • achtergronden voor onderzoekend leren
  • achtergronden voor het gebruik van beroepscontexten
  • veel lesmateriaal dat direct gebruikt kan worden in de klas of als basis kan dienen voor een schooleigen invulling

[collapsibles]
[collapse title=’Over Mascil’]

Leerlingen hebben vaak geen goed beeld van de mogelijkheden die de diverse bètavakken bieden voor een toekomstig beroep. Wat er binnen die beroepen zoal gebruikt wordt aan kennis en vaardigheden van de verschillende vakken is meestal niet bekend. School en toekomstige beroepen lijken gescheiden werelden. Als je leerlingen enthousiast wilt maken voor een bètaberoep of als je de relevantie van je vak wilt tonen, dan helpt het als je ze een realistisch beeld kunt geven van het beroepenveld waarop je vak uitzicht biedt.

Binnen het Mascil-project wordt geprobeerd om onderzoekend leren en het gebruik van beroepscontexten in het reguliere lesprogramma te verweven (zie onder ‘Onderzoekend leren’ en ‘Contexten en concepten’ voor meer informatie hierover). Er wordt voorbeeldmateriaal gemaakt en nascholing ontworpen om hiermee in de klas aan de slag te gaan.

Voorbeeld van lesmateriaal
Een voorbeeld van lesmateriaal dat binnen Mascil ontwikkeld is, is de activiteit ‘Chocolade delven’. Dit lesmateriaal is bedoeld voor de VO onderbouw of de laatste jaren van het basisonderwijs en duurt twee lesuren. De leerling krijgt binnen de context van mijnbouw een idee van waar mijnbouwingenieurs mee te maken hebben. Ze moeten van erts, in dit geval koekjes met stukjes chocolade, de bruikbare stof scheiden van het afvalmateriaal. Voor docenten is er een docentenhandleiding beschikbaar die ingaat op onderzoekend leren en op het vooraf introduceren van, en achteraf reflecteren op de beroepscontext.

Kenmerken van lesmateriaal
Het Mascil lesmateriaal heeft de volgende kenmerken:

  • Je geeft leerlingen een rol tijdens de opdracht. Deze is zoveel mogelijk ontleend aan de beroepscontext, zodat de leerling een beeld krijgt van het gebruik van de lesstof in beroepen
  • Vaak moet de leerling iets ontwikkelen of onderzoeken. Hierdoor is er een duidelijk product dat geleverd moet worden
  • Tijdens de activiteiten gebruiken leerlingen zoveel mogelijk gereedschappen uit de beroepscontext
  • Alle lesmaterialen bevatten een link naar een video. Het blijkt dat het tonen van een korte video over de betreffende beroepspraktijk een geschikte vorm is om de context te laten leven en de activiteit te introduceren

[/collapse]

[collapse title=’Contexten en concepten’]

De examenprogramma’s voor de exacte vakken van havo en vwo vanaf 2015/2016 geven nadrukkelijk aan dat de leerstof in contexten moet worden aangeboden. Bij vwo natuurkunde is er bijvoorbeeld in het subdomein ‘Gravitatie’ expliciet opgenomen dat de context van ‘het heelal’ gebruikt moet worden voor bewegingen door gravitatiewisselwerking.

Contexten kunnen worden gedefinieerd als bruggen tussen de werkelijkheid en de concepten, en vormen ook verbindingen tussen de concepten onderling (Bruning, 2006). Vanaf de jaren 70 is er in Nederland al ervaring opgedaan met contextrijk onderwijs. Leerlingen krijgen door contextrijk onderwijs niet direct een beter begrip van de leerstof, maar ervaren deze wel als leuker. De concept-context benadering (zie artikel 2593) gaat er vanuit dat de noodzakelijke concepten van een vak in contexten worden aangeboden, die kunnen wisselen met de actualiteit en de veranderende maatschappij.

Behalve beroepsgericht, zoals bij Mascil, kan een context ook maatschappelijk, theoretisch, experimenteel of didactisch ingevuld zijn. In de examenprogramma’s liggen de concepten vast. De contexten kunnen wisselen binnen de voor elk examenjaar vernieuwde syllabus (www.examenblad.nl), waarin het examenprogramma voor dat examenjaar verder wordt uitgewerkt.

[/collapse]

[collapse title=’Onderzoekend leren’]

Onderzoekend leren (Inquiry Based Learning) is iets anders dan leren onderzoeken. Bij leren onderzoeken staat het proces van onderzoek doen centraal en komen de verschillende fasen in een onderzoek expliciet aan de orde.

Onderzoekend leren betekent dat leerlingen op onderzoek gaan tijdens hun leren. Deze manier van leren vergt en ontwikkelt:

  • een kritische houding
  • de wil om te begrijpen en te weten
  • de wil om wat je hebt geleerd te delen

Lang niet alle fasen van onderzoek doen hoeven bij onderzoekend leren aan de orde te komen, maar de werkvormen om leerlingen een onderzoekende rol te geven zijn wel geïnspireerd door kenmerkende activiteiten in die onderzoeksfasen. Het blijkt dat onderzoekend leren de interesse in en beheersing van science vergroot ( Furtak et al., 2012; Minner, 2010).

[/collapse]

[collapse title=’Andere EU-projecten over onderzoekend leren’]

De EU heeft het streven om in de wereld een belangrijke rol te blijven spelen, daarom investeert ze in goed opgeleiden in de bètavakken om voorop te kunnen (blijven) lopen in een snel veranderende en technologie-georiënteerde maatschappij. Diverse Europese projecten zijn gestart waarin nascholing voor onderzoekend leren wordt gegeven en de implementatie van onderzoekend leren in de bètavakken wordt bevorderd.

Binnen het PRIMAS-project is bijvoorbeeld al ervaring opgedaan met diverse werkvormen die goed passen bij het werken aan een kritische houding, de ontwikkeling van nieuwsgierigheid en het delen van ideeën en strategieën met elkaar. Het is daarbij gebleken dat onderzoekend leren goed past binnen normale lessen en dat je als docent je repertoire kunt verrijken met werkvormen en activiteiten die onderzoekend leren stimuleren. Voorbeeldlessen en nascholingsactiviteiten, inclusief video, zijn te vinden op de PRIMAS-website. Mascil is de opvolger van PRIMAS, met als focus de combinatie van onderzoekend leren en het beroepenveld.

Een ander project is PARRISE, waar onderzoekend leren wordt gekoppeld aan maatschappelijke en meestal controversiële contexten (socio scientific issues, zoals het gebruik van genetisch gemodificeerd voedsel). Inspiring Science Education focust meer op het gebruik van digitale bronnen voor onderzoekend leren. Deze en meer Europese projecten zijn te vinden op de website van Scientix. Scientix ondersteunt en promoot samenwerking binnen Europa tussen docenten, onderzoekers, politici en anderen die te maken hebben met STEM (Science, Technology, Engineering and Mathematics).

[/collapse]

[collapse title=’Verwijzingen’]

[/collapse]

[/collapsibles]

ELWIeR en Ecent als één STEM