Techniek in het natuurkundeonderwijs

Het project Natuurkunde en Techniek (1984-1988) had tot doel om techniek (de praktijk ervan) te gebruiken om natuurkunde aan te leren aan leerlingen. In tegenstelling tot de gebruikelijke manier om op technische toepassingen te wijzen na het aanleren van natuurkundige concepten, onderzocht Marc de Vries of het mogelijk was natuurkunde binnen een techniek context aan te leren en te gebruiken. Onderliggend doel was het aan de leerling brengen van een evenwichtig beeld van wat techniek inhoudt en een evenwichtige houding tegenover techniek bij de leerling creëren (proefschrift De Vries, 1988, p 6).

De modules zijn gemaakt in samenwerking met natuurkunde docenten, getest en in de lespraktijk gebruikt.

Muziekinstrumenten maken (klas 2 en 3 mavo/havo/vwo) Elektrische apparaten in huis: Deel 0 en Deel 1 (klas 2 en 3 mavo/havo/vwo) Communicatie (klas 3 mavo/havo/vwo) Water in huis (klas 3 mavo/havo/vwo) Doe-het-zelf (klas 2 of 4 mavo/havo/vwo) Verlichting (klas 5 en 6 vwo)

Uit het onderzoek komt dat de leerlingen een evenwichtiger (realistischer) beeld van techniek krijgen na het volgen van de modules, maar niet persé een positiever beeld. Het beeld van meisjes in de techniek is wel positief beïnvloed. Het zelf doen van techniek is niet toegenomen, maar de relatie van techniek ten opzichte van natuurkunde, de vaardigheid ontwerpen en mens en samenleving is wel duidelijker geworden.