Lerarenopleidingen Science en Wiskunde/Rekenen

Met een kaartspel bouwen aan het curriculum van Mens en Natuur

Hoe stimuleer je leraren (in opleiding) weloverwogen keuzes in hun curriculum te maken? SLO en de Ontwikkelgroep Mens en Natuur van Curriculum.nu hebben een kaartspel ontwikkeld dat daar heel behulpzaam bij is. We schetsen in dit artikel drie verschillende werkvormen om dat te doen.

Het kaartspel is weliswaar gemaakt met het oog op het toekomstig curriculum, maar kan ook uitstekend gebruikt worden bij de huidige kerndoelen. Die zijn voor het primair onderwijs en voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs heel globaal geformuleerd. Dat geeft veel vrijheid, maar vraagt ook veel creativiteit van de aankomende leraren. Aan de hand van een kaartspel met verschillende bouwstenen, kun je binnen je opleiding aan de slag met keuzes in het curriculum. Het kaartspel helpt je studenten bij het ontwerpen van onderwijs. Ze zullen hun eigen visie op het curriculum gaan vormen. In scholen geeft het de mogelijkheid om te ontdekken waar afstemming tussen verschillende vakken noodzakelijk is.

Huidige situatie

Op dit moment zijn de wettelijke kerndoelen voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs georganiseerd per leergebied. Voor primair onderwijs gaat het voor de natuurwetenschappen dan om het leergebied “Oriëntatie op jezelf en de wereld” en in de onderbouw van het voortgezet onderwijs gaat het om het leergebied “Mens en Natuur”. De kerndoelen bieden scholen de vrijheid om het onderwijs te organiseren naar hun eigen wensen. Zo zijn er scholen die het vak Mens en Natuur aanbieden of scholen die hun onderwijs in vakken aanbieden. Je kunt hierbij denken aan vakken als techniek, aardrijkskunde, biologie, scheikunde en natuurkunde.

[collapsibles]
[collapse title=”Het kaartspel”]

Het kaartspel is gebaseerd op het voorstel zoals dat door het ontwikkelteam Mens en Natuur voor curriculum.nu is ontwikkeld.

Dit voorstel is gemaakt door een team van docenten en schoolleiders. Met hulp van collega-leerkrachten, lerarenopleiders, vervolgonderwijs, weten­schappers, vakverenigingen en curriculumontwikkelaars hebben ze de inhoud voor zowel het primair als voortgezet onderwijs in kaart gebracht. In het voorstel zijn reacties van zo’n 300-350 verschillende belanghebbenden verwerkt. Het team heeft op basis van deze reacties naast resultaten uit internationale onderzoeken en curricula gelegd. Uiteindelijk hebben ze precies datgene moeten doen wat ook docenten bewust en onbewust in hun lessen doen: keuzes maken.
[/collapse]
[/collapsibles]

[collapsibles]
[collapse title=”De kaartjes”]
Het curriculum is onderverdeeld in zo’n 25 verschillende speelkaarten. Je ziet hieronder twee voorbeelden van de kaarten uit het spel. Het betreft het concept “Heelal en tijd” en de denkwijze “patronen”

Het kaartspel bestaat uit vijf soorten kaarten:

  • Concept: zo’n kaart gaat over kennis en laat zien welk concept je met je leerlingen wilt bespreken. Bijvoorbeeld: je wilt leerlingen leren over ‘Weer en klimaat’.
  • Werkwijze: zo’n kaart gaat over een vaardigheid, die je met leerlingen wilt oefenen. Bijvoorbeeld over het doen van waarnemingen en deze interpreteren (‘Onderzoeken’).
  • Denkwijze: zo’n kaart laat zien welke manieren van denken je wilt oefenen. Leerlingen leren om vanuit verschillende denkwijzen te kijken naar natuurverschijnselen. Ze leren bijvoorbeeld te ‘Denken in oorzaken en gevolgen’ of ‘Denken in patronen’.
  • Vraagstuk: zo’n kaart gaat over complexe vraagstukken waarvoor je kennis over meerdere concepten moet hebben. En waarbij je meerdere werkwijzen en denkwijzen moet gebruiken. Het zijn maatschappelijke vraagstukken én persoonlijke vraagstukken: hoe bijvoorbeeld om te gaan met ‘Duurzame ontwikkeling’?
  • Referentiekader: zo’n kaart laat zien vanuit welk kader je met je leerlingen kijkt. Je kijkt bijvoorbeeld vanuit de ‘Aard van Wetenschap’.

[/collapse]
[/collapsibles]

Er zijn verschillende werkvormen te bedenken.

“Het voordeel van de werkvormen is dat je in één oogopslag ziet wat je als school of docent wel, niet of te weinig doet,” aldus één van de gebruikers.

[collapsibles]
[collapse title=”Werkvorm 1: Opzet voor een les(senserie) maken”]
Deze werkvorm helpt studenten bij het ontwerpen van onderwijs. Het draagt bovendien bij aan de creativiteit van de studenten.

  1. Kies uit de totale set een kaart die je aanspreekt en wat je je leerlingen graag zou leren.
  2. Combineer deze kaart met een of meer kaarten uit andere categorieën (van andere kleuren).
  3. Beschrijf globaal hoe je les of lessenserie eruit ziet bij deze combinatie.

[/collapse]
[/collapsibles]

[collapsibles]
[collapse title=”Werkvorm 2: Belangrijk in mijn onderwijs”]
Deze werkvorm helpt docententeams bij het reflecteren op het curriculum in het huidige onderwijs.

  1. Maak in groepjes van 2-3 personen twee stapels van de kaartjes. Op de eerste stapel leggen jullie de kaarten die je als groep belangrijk vindt en op de tweede stapel de kaarten die je minder belangrijk vindt.
  2. Bekijk de stapel met de kaartjes die jullie belangrijk vinden, neem een schoolcurriculum van één van je stagescholen als voorbeeld en bediscussieer of in dat curriculum deze onderdelen wel of niet in voldoende mate terug komen. Maak wederom twee stapels (wel/niet).
  3. Bekijk de stapel met kaarten die jullie niet in voldoende mate terug vinden komen. Maak een plan hoe het schoolcurriculum zodanig aan te passen, dat er meer aandacht en ruimte is voor deze onderdelen. Betrek hierbij indien nodig meerdere vakken.

De tabel hieronder kan helpen bij deze werkvorm.

Wel in onderwijs Niet in onderwijs
Wel belangrijk

(eigen visie)

Mee doorgaan Maak ruimte voor eigen invulling
Niet belangrijk

(eigen visie)

Checken of het echt nodig is. En waarom? Niks mee doen

[/collapse]
[/collapsibles]

[collapsibles]
[collapse title=”Werkvorm 3: Afstemmen tussen vakken”]
Deze werkvorm geeft steun bij de afstemming tussen de vakken. De studenten realiseren zich dat verschillende scholen verschillende keuzes maken in het curriculum.

  1. Verdeel individueel de kaarten over de verschillende vakken van je school.
  2. Vergelijk in een (kleine of grotere) groep de verdeling over de vakken op verschillende scholen. Benoem de overeenkomsten en verschillen.
  3. Bediscussieer welke voor- en nadelen er zijn bij het verdelen van de aandacht voor verschillende inhouden over verschillende vakken.

[/collapse]
[/collapsibles]

Geïnteresseerd?

De kaarten zijn te bestellen door een mail te sturen aan j.sijbers@slo.nl. Ik hoor graag terug hoe jij het kaartspel gebruikt binnen je lerarenopleiding. Bovendien breng ik je graag in contact met lerarenopleidingen die deze werkvorm al inzetten binnen hun opleiding.

ELWIeR en Ecent als één STEM